In het noorden van het departement Vaucluse bevindt zich Rasteau. De wijngaarden liggen grotendeels op de zuidhelling geplakt. Evenals Beaumes-de-Venice dankt Rasteau haar naamsbekendheid aan de vin doux naturel (VDN), een op natuurlijke wijze versterkte wijn.  In 1944 verwierf Rasteau voor dit type wijn de cru status.

Onder dezelfde herkomstbenaming (Rasteau) mogen sinds 2010 ook de stille rode wijnen worden vermarkt. En daarmee kunnen ze zich scharen bij Gigondas, Vacqueyras, Vinsobres, Beaumes-de-Venise en heel recentelijk Cairanne die allen het traject van Côtes du Rhône, Villages, met vermelding van dorpsnaam tot Cru hebben afgelegd. De rode wijnen moeten minimaal 50% grenache noir bevatten en minimaal 20% syrah en/of mourvèdre. Het zijn geconcentreerde en karaktervolle wijnen met doorgaans stevige tannine, die in goede oogstjaren gemakkelijk tien jaar bewaard kunnen worden. In beperkte mate worden ook rosé en witte wijnen geproduceerd, die op z’n minst interessant zijn doch als Côtes du Rhône geclassificeerd moeten worden.

De bodemsamenstelling is sterk uiteenlopend, met in meer of mindere mate klei, kalksteen, mergel en zandsteen als basis. Een groot aantal percelen is bedekt met kiezels, niet onbelangrijk voor m.n. de rijping van de grenache noir. De beste wijngaarden liggen op 300-400 meter; de wortels moeten hier ver rijken voor grondwater en maken daardoor contact met diverse grondlagen en voedingsstoffen. Tevens zijn de nachten hier koeler dan op de vlakten en kunnen de druiven hun suikers en zuren evenwichter opbouwen.